Vingerspalk Boutonnière | BORT

PRODUCTKENMERKEN:
– Vingerspalk voor Boutonnière deformiteit of vingerfractuur
– Immobilisatie van het PIP-gewricht

KLEUR: beige

MED-PLUS:
– Conservatieve behandeling
– Thermoplastisch vervormbaar
– Kan worden bijgesneden

INDICATIES:
Knoopsgatdeformiteit (‚Boutonnière Deformity’), immobilisatie van het PIP-gewricht.

Binnendiameter spalk

Een Boutonnière deformiteit (knoopsgat vinger afwijking) ontstaat door het afscheuren van de strekpees van uw hand/vinger. Deze pees kan door een ongeluk of door reuma gescheurd zijn geraakt. Een derde van alle patiënten met reumatische artritis hebben vingers met een Boutonnière deformiteit. Het letsel ontstaat op de hoogte van het middelste kootje van de vinger. Hierdoor komt het gewrichtje het dichtst bij de hand gebogen te staan en het andere gewrichtje gaat overstrekken. Patiënten hebben doorgaans last van pijn en zwelling ter hoogte van het middelste gewricht van de vinger.

Elke vinger bestaat uit drie kleine botten, de vingerkootjes. Het basiskootje, middenkootje en eindkootje. Alleen de duim heeft slechts twee vingerkootjes.De middenhand bestaat uit vijf middenhandbeentjes, de zogenaamde ‘ ossa metacarpalia’. Deze vormen de verbinding tussen de handwortelbeentjes van de pols en de botjes van de vingers. De vingerkootjes zijn verbonden in de middelste en eind kootje en verbinden met het metacarpofalangeale gewricht met de overeenkomstige metacarpale botten. De vingers bewegen samen met het middenhandsbeentje door de pezen van de spieren van de onderarm. De vingers zelf hebben geen spieren. Naast hun grijp-, ondersteunings- en vasthoudfuncties hebben vingers ook een wijs functie.

De Bort-vingerspalk Stack (470100) en de Bort-knoopsgatspalk (470700) zijn plastic spalken die onder invloed van warmte kunnen worden gevormd en vervormd, zodat ze precies op de aangetaste vinger of kootje passen. De spalken zijn zeer stabiel en tegelijkertijd zo slank dat naast elkaar liggende vingers of vingergewrichten ook behandeld kunnen worden. De eindkootjes en middelste vingerkootjes van de vingers worden vaak blootgesteld aan kneuzingen, verstuikingen, Malletvinger, snijwonden of degeneratieve ziekten zoals reuma, artritis of artrose. In de meeste gevallen zijn het plotselinge gebeurtenissen en ongevallen zoals volleybal, handbal,  werk of verraderlijke ziektes die tot ziektes of misvormingen leiden. Deze spalken kunnen ook na operaties worden gebruikt om het resultaat van de operatie te garanderen. De spalken kunnen onder handschoenen en in het water worden gedragen en zijn nauwelijks beperkend. Voor een exacte positionering op de vinger moet de spalk met klittenband of tape worden vastgezet zodat deze niet weg glijdt. Sommige spalken zijn ook geperforeerd zodat u er niet onder zweet of water blijft staan.
De spalk kan onder heet water worden gereinigd zonder te vervormen.